top of page

We hebben kunst om niet aan de waarheid te sterven

  • Erik de la Porte
  • 12 okt 2017
  • 7 minuten om te lezen

We hebben kunst om niet aan de waarheid te sterven

verschijnende werkelijkheid en de denkbeelden van de impressionisten

"De kristallen kroonluchter lichtte op in de reep zonlicht die samen met de man met hoge hoed het lawaaiige café binnenviel. Geroezemoes in de zaal, een laag sigarettenrook deinde boven de hoofden van het keuvelende publiek.

‘Ik ben dan ergens, en jij ook, en ik denk dan aan jou, maar jij niet aan mij.’

Soof keek me met schuine blik aan, een expressie die onaangenaam duidelijk maakte dat ze eerder aan die mogelijkheid had gedacht. Ik schrok, want ik kon me geenszins voorstellen dat dat kon. Zij ergens, ik ergens, en dat zonder enige verbintenis. Ik vond mezelf terug op een bedachte plek zonder Soof, die doordat het doordacht was, al even plotseling als terstond realiseerbaar bleek. Je moet als het ware ergens uitvallen om te ervaren dat je erin zit. Ik tuimelde uit onze liefde waardoor de vertrouwdheid even broos werd als onzeker.

‘Dan denk ik later aan je en weet ik dat het echt was.’ Ze keek me nog altijd vanuit een hellend oogpunt aan.

‘Echt was…’ Haar woorden vermengden zich met de rook en de man met hoed liep richting de bar. Ik vroeg me af wanneer later niet meer later zou zijn en hoe waardevol de waarde van ‘echt’ dan zou voelen." (Fragment uit Desillusies, Erik de la Porte)

Ik zie Soof al staan, tegenover jou in dat café, haar ene arm leunend op het tafelblad, de ander losjes langs haar lichaam. Zichtbaar zonder aandacht, sprekend met een zelfverzekerdheid die moet verbloemen dat er iets aan de hand is. 'Dan weet ik dat het echt was.' Woorden die galmen door de bar en stukslaan tegen de muren. Oorverdovende knal, maar alleen voor wie er écht luistert, voor wie er oor voor heeft.

Wanneer weten we eigenlijk dat iets echt iets? Hoe komen we erachter dat de schijn niet de werkelijkheid bedriegt? We kennen allemaal wel dát moment in ons leven waarin we verbouwereerd hebben staan luisteren naar woorden die niet voor ons bestemd konden zijn, maar dat wél waren. 'Je moet eruit vallen om te ervaren dat je erin zit.' We zijn allemaal wel eens ergens uitgevallen. Ontwaakt in een nieuwe wereld, ontnuchterd van de oude. Die oude bleek een farce, maar wat is er dan wel werkelijk?

WAT IS ER WERKELIJK?

Die vraag hebben de impressionisten zich ook gesteld. Is dat wat we krijgen te zien wel echt? Bestaat er geen andere manier om ergens tegenaan te kijken? En als die al bestaat, zien we dan wel iets anders? Een nieuw zien. Of, hét nieuwe zien. Want is dat wat we zien, wel dát wat we denken te zien?

Een nieuwe kijk op waarnemen staat niet op zichzelf. Het was een belangrijk gegeven voor de kunstenaars in Parijs aan het eind van de van de negentiende eeuw. Parijs was het (culturele) centrum van de wereld. Parijs wás het nieuwe zien en de impressionistische schilder Gustave Caillebotte wás de pionier daarvan.

In mijn vorige blog over schijn en werkelijkheid kwam al naar voren dat Caillebotte gebruik maakte van andere invalshoeken dan de gebruikelijke binnen de schilderskunst. Een zicht van bovenaf, een schuin genomen standpunt, de close-up. Als leerling van de École des Beaux-Arts, wijkt hij af van de gebruikelijke en voorgeschreven paden en kiest hij met een paar vrienden voor een nieuwe koers. De in de mal gegoten regels die de conservatieve kunstacademie van Frankrijk streng blijft voorschrijven, laten de impressionisten links liggen. Nieuwe perspectieven. Nieuwe onderwerpen. Niet langer het natuurgetrouw weergeven van klassieke voorstellingen waarmee de musea volhangen. Want is natuurgetrouw niet een laagje vernis die de realiteit meer doen glanzen dan hoe ze werkelijkheid in elkaar steekt?

Soof die de schijn der liefde heeft hooggehouden. Soof die later nog eens aan je zal denken, waardoor ze blijkbaar weet dat het echt is. Maar wat is er nog echt wanneer de vernis is weggepoetst? Wat is er nog echt wanneer we naast ons kijken. In de realiteit. In het hier en in het nu. Het echte leven is niet het leven van de koningen en de keizers die de wereld regeren vanaf hun troon. Het daadwerkelijke bestaan vindt plaats om ons heen. Op de pleinen van de stad, achter de deuren van de appartementen of in de nachtclubs en cafés. Aan een tafel met je arm losjes langs je lichaam. Rook deint in de ruimte. Een hoge hoed die binnenkomt, doorsnijdt het geroezemoes van stemmen. Het echte leven is niet zij, het echte leven zijn wij. Jij en ik. En het echte leven is al verraderlijk genoeg, vol met haar leugens en bedrog. Maar gelukkig is er altijd nog de kunst, 'want we hebben de kunst om niet aan de waarheid te sterven', aldus Friedrich Nietzsche.

We hebben de kunst om niet aan de waarheid te sterven

Maar kan óók de kunst ons niet in de luren leggen? Behoort de vraag naar de waarheid niet enkel tot wat we horen en voelen, maar ook tot wat we zien? Willen wij misschien door de kunst bedrogen worden om zo even te kunnen vluchten uit de getructe realiteit? Bedrieglijk is de schijn der dingen, verkondigde Seneca, een Romeins filosoof en schrijver uit de eerste eeuw en die uitspraak lijkt nog steeds actueel te zijn. Dat was hij zeker in de negentiende eeuw.

De École des Beaux-Arts vond dat de kunstenaar de werkelijkheid natuurgetrouw moest weergeven. Op de bovenstaande foto's is te zien hoe de leerlingen oefenen om het model, het menselijk lichaam, op papier te krijgen. Geënsceneerd. Een voorbeeld en een uitbeelding daarvan. Maar kun je nog wel spreken van echt en natuurgetrouw, wanneer iets in scene is gezet? Die vraag stelden de impressionisten en ze dachten verder dan dat de Academie deed. Zij waren op zoek naar het vluchtige moment, naar het vué instantané dat het verschil maakte in de wereld. het moment waarop je verbouwereerd hebt toegekeken. Het ogenblik dat je niet kan monteren, maar dat je overkomt. Soof die een bestaan in duigen liet vallen terwijl de man met hoge hoed onwetend het café binnen stapte.

En zo keer ik terug naar het schilderij van Edouard Manet dat me inspireerde tot het fragment waarmee ik dit blog begon. 'A Bar at the Folies-Bergère' uit 1882, een beeld van een nachtclub uit Parijs. Zo op het eerste gezicht een uitbeelding zoals de impressionisten er veel maakten. Maar wanneer je beter kijkt, zie je dat er méér aan de hand is.

De Bar Folies-Bergère heeft daadwerkelijk bestaan. Deze uitgaansgelegenheid was een plek waar de hogere middenklasse van Parijs kwam voor voorstellingen van ballet, cabaret, of operette. Maar er werden ook spectaculairdere shows getoond als acrobatiek. Daar vind je in de linkerbovenhoek een bewijs van in de vorm van een trapeze waarop nog een paar groene schoenen van de artiest zijn te zien.

Maar er is meer dat overeenkomt met de werkelijkheid. Zowel in de rechter als in de linkerhoek is een fles met een rode driehoek op het etiket te zien, het logo van Bass Brewery afkomstig uit 1777 dat nog steeds is te verkrijgen. Ook dát is dus echt. Klopt het dan toch wat Manet ons laat zien?

Nou niet helemaal. Je zou kunnen denken dat de ruimte achter de vrouw verder gaat, maar als je goed kijkt zie je dat je in een spiegelbeeld kijkt. Zowel het barmeisje als de flessen worden gespiegeld, maar er ontstaat wel verwarring door het gebruik van het perspectief. Wat we zien, lijkt niet te kunnen kloppen en dat komt mede door de figuur rechts in de hoek. Daar staat een man met snor en hoge hoed gereflecteerd die we op de voorgrond niet treffen. Heeft Manet een fout gemaakt of heeft hij getracht om de kijker deze persoon te laten zijn? Wilde hij ons in zijn schoenen laten staan om iets te ervaren wat hij zelf heeft ervaren? Het vluchtige en beslissende moment? Of heeft het gebrekkige perspectief te maken met de persoonlijkheid van de vrouw?

Het kan heel goed zo zijn dat zij een prostituee is geweest. Manet heeft in meerdere van zijn werken een prostituee centraal gezet en zijn tijdgenoot Guy de Maupassant, schrijver van korte verhalen, heeft over de barmeiden van Folies-Bergère geschreven dat het "verkopers van drank en liefde" waren. Het barmeisje bestond (óók) echt, Manet heeft haar namelijk nog een keer geschilderd. Een portret dat is te bezichtigen in het Musée des Beaux Arts in Dijon.

Het werk roept vragen op. Vragen naar hoe het nou zit van wat we nou eigenlijk zien. Vragen omdat Manet baanbrekend was, baanbrekend durfde te zijn. Misschien heeft hij met dit schilderij wel de kloof tussen het realisme van de Academie en de impressionistische gedachten weten te overbruggen. Misschien ook niet. Hij heeft mij er in ieder geval toe gezet om me af te vragen wat het is, wat we krijgen te zien. Bij kunst, maar ook in het dagelijks leven Een vraag die elke keer weer waarde heeft.

Eduard Manet heeft mij geïnspireerd. Maar niet enkel mij. Ik heb al een paar keer geopperd dat het impressionisme vele raakvlakken heeft met de fotografie. Het nieuwe zien. De vue instantané. De opname waarbij de belichtingstijd minder dan een seconde bedraagt. Manet inspireerde ook Jeff Wall, een zeer vooraanstaand kunstenaar, fotograaf en kunsthistoricus uit onze eigen tijd. Ook hij stelt zich de kritische vraag, wat is het wat we zien of, wat is het wat ik je laat zien? In de onderstaande foto zie je duidelijk de verwijzing naar Manets Bar Folies-Bergère. Maar is dat ook zo, of is ook hier de rode draad de schijn?

Ik denk nog een keer terug aan Soof en haar koude harde woorden die de wereld doen tollen. Je moet er eerst inzitten voordat je eruit kan vallen. Je moet het lef hebben om ergens in te gaan zitten. En ik denk, heb dat lef maar. Aanvaard het leven zoals het komt, maar verwacht geen garanties. We ontmoeten allemaal onze Soof, maar het is aan ons om daar een passend antwoord op te geven. Zoals Manet heeft gedaan. Zoals Jeff Wall heeft gedaan.

Mijn naam is Erik de la Porte en ik hoop dat ik je heb geïnspireerd. Ik schrijf wekelijks een blog over kunst en de kijk op het leven. Wil je op de hoogte worden gehouden klik dan hier en vul je gegevens in. Of laat een reactie achter met wat je vindt en denkt, of waar je meer over zou willen weten. Ik hoop in ieder geval dat ik je deze keer heb kunnen raken.

 

Kijk ook eens op Telefoonhoesjestore.nl, een webwinkel die is gespecialiseerd in verschillende maten, designs en kleuren tablethoezen en accessoires voor zowat bijna elke telefoon zoals smartphonehoesjes, bijvoorbeeld voor een hoesje voor de iPhone 8. Ook met mooie kunstprints.


 
 
 

Comments


Erik de la Porte
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page